‘Verborgen gebrek’ in vragenlijst kan vergelijking uitkomsten belemmeren

Onderzoekers en professionals moeten zich bewust zijn van eventuele ‘verborgen gebreken’ in de vragenlijsten die zij gebruiken. Door dergelijke ‘gebreken’ kunnen de uitkomsten van de vragenlijsten niet automatisch met elkaar vergeleken worden. Dat stelt Huub Hoofs, die op 7 mei aan de Universiteit Maastricht promoveerde op een onderzoek dat hij vanuit de academische werkplaats/Universiteit Maastricht deed naar de inzet van vragenlijsten.

Aanleiding voor zijn promotieonderzoek is het veelvuldig gebruik van vragenlijsten in de publieke mentale gezondheidszorg. Deze vragenlijsten vormen de basis van onder andere interventies, behandelingen en beleid. Veel van deze vragenlijsten zijn gevoelig voor ‘verborgen gebreken’, blijkt uit het onderzoek van Huub Hoofs, getiteld: “Assessment, measurement and evaluation within public mental health; methodological and psychometric challenges”.

Huub Hoofs vergelijkt het gebruik van vragenlijsten met het kopen van een huis: achteraf kan blijken dat sprake is van ‘verborgen gebreken’ en dat levert meestal problemen op.

“Zo kun je vooraf ook bij een vragenlijst aannemen dat deze in orde en goed bruikbaar is, maar blijkt achteraf dat je de uitkomsten niet automatisch met elkaar kunt vergelijken. Bijvoorbeeld omdat verschillende groepen deelnemers de vragen anders begrijpen, waardoor de antwoorden gaan verschillen.”

Een ander voorbeeld van een ‘verborgen gebrek’ is dat vragenlijsten verschillend afgenomen kunnen worden. Neem de bekende SDQ-vragenlijst die de Jeugdgezondheidszorg vaak gebruikt om onder andere de psychosociale ontwikkeling van kinderen en adolescenten te volgen en in kaart te brengen.

“De ene keer gebeurt dat bijvoorbeeld klassikaal en anoniem. Een andere keer neemt een jeugdarts de vragenlijst door met een kind dat die vragen vooraf beantwoord heeft. In dat laatste geval is de kans groter dat een kind sociaal wenselijke antwoorden gaat geven. En dat betekent dat je de uitkomsten hiervan niet automatisch kunt vergelijken met die van de vragenlijsten die klassikaal zijn afgenomen.”

Elke vragenlijst kan weer andere ‘verborgen gebreken’ vertonen en het is niet altijd mogelijk om die te voorkomen, stelt de onderzoeker. Daarom is het belangrijk dat zowel de opstellers als gebruikers van vragenlijsten zich hier goed bewust van zijn.

“Ik pleit er dus voor om kritisch te zijn op welke vragenlijsten je gaat gebruiken en hoe”,

besluit Huub Hoofs, die inmiddels als data-scientist bij het Nederlands Forensisch Instituut werkt.