Elise de Neubourg
Hoe kun je leerlingen die door hun achtergrond niet optimaal presteren vroegtijdig opsporen? Dat is de kernvraag in het onderzoek van Elise de Neubourg. Als promovendus aan de School of Business and Economics is zij een van de promovendi in het onderzoek naar de ‘Gezonde Basisschool van de toekomst’ in Parkstad.
“In dit onderzoek komt alles samen waar ik me tot nu toe mee bezig heb gehouden: kinderen, psychologie, gezondheid en economische aspecten.”
Elise de Neubourg studeerde Psychologie in Maastricht en koos ontwikkelingspsychologie als specialisatie. Voor haar afstudeerscriptie deed ze onderzoek op Sumatra, vier jaar nadat dit Indonesische eiland door een tsunami getroffen werd. Hier onderzocht ze voor Unicef de relatie tussen posttraumatische stress en leerstoornissen. Aansluitend werkte ze vier jaar als consultant voor Unicef en deed ze meer economisch georiënteerd onderzoek. Kort na haar aanstelling bij de School of Business and Economics diende zich het promotietraject aan.
“Ik kan mij in dit onderzoek opnieuw op kinderen richten en dat spreekt me erg aan. Op jonge leeftijd is nog veel mogelijk. Ik wil ook onderzoek doen dat bijdraagt aan het verbeteren van de praktijk.”
Dat is ook het doel van de ‘Gezonde Basisschool van de toekomst’, een nieuw onderwijsconcept gericht op de optimale ontwikkeling van het kind. Hierin werkt onderwijsstichting Movare samen met de Universiteit Maastricht, de GGD Zuid Limburg/academische werkplaats en tal van partijen in Parkstad. Hoe het project verloopt en wat de effecten zijn, is onderwerp van verschillende promotieonderzoeken. Elise de Neubourg richt zich op de relatie tussen het cognitief functioneren, leerprestaties en de sociaal economische achtergrond en gezondheid van leerlingen van groep 8.
“Door een combinatie van factoren zijn leerlingen soms kwetsbaar en kunnen zij niet optimaal presteren. Als je deze kinderen aan het begin van hun schoolcarrière al kunt identificeren, kun je hen gaan begeleiden en er voor zorgen dat er wel uitkomt wat er in zit.”
Voor het onderzoek doet zij in de praktijk computertesten met de leerlingen en maakt ze gebruik van data van de onderwijsmonitor Limburg en de GGD-monitor.
“Er is veel bekend over de geschiedenis van leerlingen vanaf het moment dat zij naar groep 2 zijn gegaan. Dat kan ons helpen kwetsbare leerlingen beter te identificeren.”
