Gezondheidsakkoord Zuid-Limburg in strijd tegen hardnekkige gezondheidsachterstand

De hardnekkige gezondheidsachterstand van Zuid-Limburg gezamenlijk aanpakken en terugdringen. Dat is de opdracht die partners in het onderwijs, het sociaal domein, de zorg, het bedrijfsleven en burgerschap zichzelf geven in het Gezondheidsakkoord voor Zuid-Limburg. Ongeveer zestig vertegenwoordigers van deze sectoren kwamen op 24 april samen om een gezamenlijke visie en koers vast te leggen.

Aanleiding voor het akkoord is dat de (gezonde) levensverwachting en ervaren kwaliteit van leven van met name Zuid-Limburg landelijk gezien achterblijft. Naar de reden werden al diverse onderzoeken gedaan (zie elders in deze nieuwsbrief). Ook werden al meerdere initiatieven ontplooid om de hardnekkige achterstand terug te dringen, vanuit de gedachte dat Limburg goed opgeleide en gezonde medewerkers nodig heeft om de regio te versterken en de economische ontwikkeling te bevorderen. En gezondheid bovendien een middel is om de zelfredzaamheid en participatie van burgers te bevorderen. De uitgangspunten van het Gezondheidsakkoord komen sterk overeen met het gezamenlijke plan van aanpak van de Provincie Limburg, de Zuid-Limburgse gemeenten en de GGD Zuid Limburg, dat eveneens inzet op een vitale bevolking en het terugdringen van de gezondheidsachterstand.

“We zijn het hier allemaal over eens. Maar er is een wereld van verschil tussen willen en doen. Evenals in het Klimaatakkoord zijn de doelstellingen moeilijk haalbaar. Toch willen we partijen aan de afspraken proberen te houden”,

zegt Maria Jansen, programmaleider Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg en lid van de initiatiefgroep Gezondheidsakkoord. Die initiatiefgroep werd in de aanloop naar 24 april ondersteund door Paul Borm en Paulette Wauben van Limburg Economic Development.

Het idee achter het Gezondheidsakkoord is dat het verbinden van partijen kan bijdragen aan nieuwe initiatieven. In het akkoord hebben partijen afgesproken om doelstellingen samen nader uit te werken en meetbaar te maken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het verkleinen van sociaal-maatschappelijke, economische en gezondheidsverschillen, het verhogen van de ervaren en reële gezondheid, het verhogen van de arbeidsparticipatie en vitaliteit, het ontmoedigen van ongezond gedrag en het bevorderen van een mentaal en fysiek gezonde jeugd. Maria Jansen:

“De academische werkplaats kan een rol vervullen in het monitoren en evalueren van innovatieve projecten om de gezondheidsachterstand terug te dringen. Zowel wat betreft uitvoering en samenwerking als het effect op de kwaliteit van leven.”

Volgens Maria Jansen kunnen partijen zich het beste als eerste richten op jongvolwassenen met een kinderwens.

“Want dat is het moment waar de achterstand vaak al begint. Tegelijkertijd zouden we kunnen inzetten op opvoedingsondersteuning in de fase na de geboorte en een gelijke en gezonde start voor leerlingen van de basisschool. In Parkstad testen we het concept uit voor de Gezonde Basisschool van de Toekomst. Dat zouden we kunnen uitrollen in heel Zuid-Limburg.”