Refereerbijeenkomst over de veerkracht van vluchtelingen

Goede gezondheid is een voorwaarde voor integratie

Wat hebben vluchtelingen echt nodig om te kunnen integreren? Zeker, werk en onderwijs, een woning en het leren spreken van de nieuwe taal. Maar minstens zo belangrijk is een goede gezondheid, dan wel veerkracht. Dat werd duidelijk tijdens de refereerbijeenkomst van de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid op 21 maart in Maastricht. “De vraag is hoe asielzoekers en statushouders zich staande houden, ook tegen de achtergrond van hun eigen cultuur”, zei programmaleider Maria Jansen van de academische werkplaats bij de start van de bijeenkomst.

Het is een thema dat breed leeft, zo bleek uit de hoge opkomst en de achtergrond van de belangstellenden. Een groot aantal partijen was vertegenwoordigd, van GGD, jeugdzorg en jongerenwerk tot maatschappelijk werk, gemeenten, woningcorporaties, politie, onderwijs, onderzoek en de vluchtelingen zelf. Als eerste luisterden zij naar Lidy van der Goot, afdelingshoofd Jeugdgezondheidszorg van de GGD Zuid Limburg. Zij schetste de rol van de publieke gezondheidszorg in de opvang van en de zorg voor asielzoekers en statushouders. Allemaal mensen die na een doorgaans barre tocht in een opvangcentrum belanden en vaak nog eens naar andere centra worden overgeplaatst. En die uiteindelijk, als zij de felbegeerde verblijfsstatus verwerven, na lang wachten een woning krijgen.

Participeren

Gezondheidsbevordering bij vluchtelingen begint al bij binnenkomst van ons land met een tbc-screening. Verder is de GGD in de opvangcentra en na de huisvesting actief op diverse terreinen, zoals jeugdgezondheidszorg, gezondheidsvoorlichting en de screening op seksueel overdraagbare aandoeningen. Ook wordt regelmatig onderzocht of de hygiëne in opvangcentra op orde is. Na het verdriedubbelen van de instroom van vluchtelingen in 2015, kwamen overheid en gemeenten (VNG) overeen dat daarnaast meer aandacht nodig is voor maatschappelijke begeleiding en integratie. Een goede gezondheid is daar een voorwaarde voor, betoogde Lidy van der Goot. “Participeren wordt moeilijker als je niet gezond bent, dat geldt voor iedereen, zeker voor vluchtelingen. Andersom geldt dat kunnen participeren, bijdraagt aan een goede gezondheid”, vertelde zij. Duidelijk is dat vluchtelingen een kwetsbare groep vormen, met een verhoogde kans op psychische problemen, infectieziekten en chronische ziekten. In een plan van aanpak zijn daarom afspraken gemaakt over het beter begeleiden en monitoren van vluchtelingen, ook na huisvesting. Opdat hun veerkracht toeneemt.

Minderjarigen

Hoe kwetsbaar vluchtelingen zijn, bleek vervolgens uit het verhaal van jeugdarts Janna van der Zand. In het AZC Sweikhuizen begeleidt zij onder andere alleenstaande minderjarige vreemdelingen uit Eritrea. Zij ontvluchten dit land om te ontsnappen aan de dienstplicht, die vaak levenslang is. Veel van deze jongeren staken vanuit Libië in een bootje de zee over en zagen lotgenoten verdrinken. Nu kampen ze met slaap- en concentratieproblemen en psychische klachten. Zo lang zij nog geen achttien jaar zijn, worden ze ondersteund door diverse partijen, zoals het COA en de middelbare school. “Maar zodra ze achttien jaar zijn, valt die ondersteuning weg. Ze vallen in een gat en dat is zorgelijk, want deze jongeren zijn niet zelfredzaam”, betoogde Janna van der Zand. Dat recent in de Westelijke Mijnstreek afspraken zijn gemaakt over de verdere begeleiding van deze jongeren na hun achttiende, is een stap in de goede richting, vertelde zij. Want die ondersteuning kan hun veerkracht versterken.

Cultuursensitief

Cultuursensitief werken draagt daar eveneens aan bij, hield Evert Bloemen de hulpverleners in de zaal voor. Hij is arts bij Pharos, het expertisecentrum gezondheidsverschillen. Cultuursensitief (CS) laat zich volgens Bloemen definiëren in een eenvoudige formule, te weten: CS is bewustzijn maal houding maal (kennis plus vaardigheden), gedeeld door etnocentrisme plus stereotypisch denken. Wat dat inhoudt, lichtte hij helder toe. Zo gaat het bijvoorbeeld om je bewust te zijn van de invloed die je cultuur heeft op je oordeel; of je een nieuwsgierige, leergierige houding hebt en bereid bent je aan te passen; wat je weet van andere culturen (kennis), maar bijvoorbeeld ook van regelingen waaraan vluchtelingen worden blootgesteld en hoe zij ziekte en gezondheid ervaren. En als laatste boven de streep, je vaardigheden als het draait om een goede communicatie met vluchtelingen. Bij etnocentrisme gaat het onder andere om het voorop stellen van de eigen cultuur. En wie stereotypisch denkt, heeft bijvoorbeeld de neiging om de kenmerken en het gedrag van een groep te versimpelen en algemene clichébeelden toe te passen op individuen. “Hoe groter het etnocentrisme en stereotypisch denken, des te lager het cultuursensitief resultaat”, doceerde Bloemen, die benadrukte dat contact cruciaal is. “Zo kun je je eigen kennis verrijken met die van anderen, over de gemeenschappen heen.”

Module veerkracht

Bij de Mutsaersstichting die kwetsbare groepen ondersteunt, weten ze hoe belangrijk het is om de veerkracht van vluchtelingen te versterken. De stichting ontwikkelde daar een module voor, die in de dagelijkse praktijk bij vluchtelingenkinderen wordt ingezet. De module richt zich vooral op het herkennen en ontwikkelen van factoren die de veerkracht van kinderen vergroten. De omgeving van de kinderen heeft daar een belangrijke rol in, vertelde Simone Nillessen van de Mutsaersstichting. Naast het aanbieden van handvatten aan betrokken hulpverleners, bestaat de module dan ook uit workshops voor ouders en kinderen. Daarbij worden taalbarrières op creatieve wijze omzeild. Zo maakte Jip Weijers met behulp van muziek contact met een 11-jarige vluchteling. En lukte het om diens nachtmerries, waarin hij steeds zijn familie kwijtraakte, om te buigen naar dromen met een betere afloop. Zodat hij weer goed slaapt en zich overdag beter kan concentreren.

Identiteit

Hoe veerkrachtig vluchtelingen kunnen zijn, werd duidelijk toen Mohannad Altabban het woord kreeg. Hij is consultant bij de Syrian Community Organization en weet uit eigen ervaring wat vluchtelingen mee maken. Met zijn gezin sloeg hij op de vlucht voor de bommen in Syrië. “Dat is geen eenvoudige beslissing. Mijn werk, mijn huis, mijn taal, ik moest alles achter me laten.” De motieven voor mensen om te vluchten zijn verschillend en variëren van bommen tot seksueel geweld en politieke activiteiten die de overheid niet accepteert. Maar één ding hebben vluchtelingen gemeen: voor hun vlucht hadden ze allemaal een leven, een identiteit. “In je vlucht verlies je die”, vertelde hij. Zelf belandde hij na vele omzwervingen in Nederland, waar zijn opleiding en wie hij was, niet erkend werden. Het is een demoraliserend proces dat het moeilijker maakt om te integreren, vertelde Mohannad Altabban, die een pleidooi hield voor een herziening van het integratieproces. Een proces waarin nieuwkomers als individu worden gezien. Een gepersonaliseerde benadering dus, waarin oog is voor iemands verleden, achtergrond en opleiding. “Integratie begint niet met het leren van een taal en eindigt niet met het behalen van een examen, het is een proces dat nooit eindigt”, zei hij. En dat leverde hem een groot applaus op.

Onderzoek

In de paneldiscussie die volgde, wierp Maria Jansen de vraag op welk onderzoek naar vluchtelingen nodig is. Zij kreeg verschillende suggesties aangereikt, zoals de vraag wat de meest effectieve behandeling is voor vluchtelingenkinderen met psychische problemen. En meer algemeen, wat zijn effectieve methoden die hulpverleners kunnen inzetten? Volgens Evert Bloemen maakt eerder onderzoek in ieder geval duidelijk dat hulpverleners meer moeten aansluiten bij de vluchteling en diens verhaal. Gebleken is dat therapieën waarin ruimte is voor die verhalen effectiever zijn dan klassieke verwerkingstherapieën. Duidelijk is dat de hulpverlening meer op maat moet. En dat het versterken van de veerkracht daarbij een goed uitgangspunt is, aldus Bloemen. Mohannad Altabban benadrukte nog eens het belang van een individuele benadering in het integratieproces. En hield de zaal voor dat we de term vluchteling achter ons moeten laten, omdat die stigmatiserend werkt. Zijn advies: “Start zo snel mogelijk met het reïntegreren van mensen als individuen.